Winterse granola met kaneel en kardemom

Sinds de ontdekking van kardemom, intussen alweer zo’n 7 jaar geleden, hebben wij altijd kardemom in huis. De geur en de smaak katapulteren ons recht naar de Finse erasmusperiode, en naar de bijhorende pulla en korvapuusti.
Een granola met kardemom en kaneel, dat moest er dus al langer eens van komen. Deze middag waagde ik mijn kans en gooide havermout, noten en gedroogd fruit samen en kruidde het mengsel met kardemom en kaneel.
Een poosje geleden kwam ik bovendien ergens een granola met olijfolie tegen. Het proberen waard, dacht ik, en dus roerde ik ook olijfolie door het granolamengsel.
Het resultaat mag er wezen, zo bleek… De combinatie olijfolie-esdoornsiroop-muscovadosuiker levert een heerlijk knapperige en zoete granola op. Perfect voor een kille winterdag als deze!

Winterse granola met kardemom en kaneel


Winterse granola met kaneel en kardemom

Nodig:
– 450g havermout
– 200g exotische notenmengeling (amandelen, cashewnoten, pistachenoten, ananas, papaja)
– 25g kokosschilfers
– 1 dl esdoornsiroop
– 1 dl olijfolie
– 50g muscovadosuiker (of lichtbruine suiker/rietsuiker)
– snufje zout
– 8 kardemompeulen, zaadjes fijngestampt
– 1/2 kl kaneel

Zo maak je het:
Verwarm de oven voor op 160°.
Meng havermout, noten en kokosschilfers in een grote kom. Roer er de esdoornsiroop, olijfolie en suiker door. Voeg tenslotte het snuifje zout, de gemalen kardemom en kaneel toe. Meng goed en spreid de granola uit op een met bakpapier beklede bakplaat.
Bak 3 keer 15 min. op 160°. Roer tussendoor de granola om.

Laat afkoelen en doe in een afsluitbare pot.


 

Gemberlimonade met munt en citroen

Deze week eens geen recept om op te eten, maar eentje om op te drinken.

Gemberlimonade is oorspronkelijk een favoriet van de wederhelft. Helaas blijkt goede gemberlimonade hier nogal moeilijk te vinden. Toen we een poosje geleden in Den Haag waren, dronken we nog eens een echt goede ginger ale. Helaas vind je hier in de winkels enkel de “flauwe” versies waar je de gembersmaak haast zelf bij moet denken.

“Dat kunnen wij beter!”, zo dacht (of hoopte) de wederhelft.
Dus verdiepte hij zich in de kunst van het fermenteren en probeerde hij zelf een gemberdrankje te brouwen. Lekker, maar toch nog niet helemaal wat het moest zijn. De fermentatie-experimenten worden naarstig verdergezet en intussen zijn wij meer dan gelukkig met deze gemberlimonade. Geen echte ginger ale, maar wel een echte gemberlimonade mét een echte gembersmaak. Ook lekker, en net iets eenvoudiger en minder tijdrovend om te maken. De basis is gembersiroop, die je in principe kan mengen met wat je maar wil. Wij deden er citroen en munt bij. Lekker fris.
En ja, ook de kleine pottenkijkers zijn dol op gemberlimonade!Phototastic-8_02_2016_d39b1fd0-c033-4e7a-bb24-a6e50bdbebe0


Gemberlimonade met munt en citroen

Nodig (voor 1l limonade):

Gembersiroop: 2,5 dl water, 200g rietsuiker, een flink stuk gember (60-70g, geschild en in schijfjes gesneden)

Limonade: 1,5 dl gembersiroop, sap van 3 citroenen, 7 dl water, 5 takjes munt

Zo maak je het:

Gembersiroop: Doe het water met de suiker in een pannetje. Breng aan de kook en roer tot de suiker is opgelost. Eens het suikerwater kookt, voeg je de gember toe. Laat 5 min. doorkoken. Zet het vuur uit en laat de siroop afgedekt afkoelen.

Limonade: Meng alle ingrediënten voor de siroop. Laat de munttakjes 1,5u trekken en gooi ze dan weg. Bewaar de limonade in de koelkast.

De overige siroop bewaart nog een poosje in de koelkast. Je kan ze gebruiken als grenadine óf als basis voor nog meer limonade!

 


 

Nicecream met chocolade

Ijsjes. Mmm…

Ijsjes gaan er bij ons, en in het bijzonder bij de kleine pottenkijkers, altijd wel in. Weer of geen weer. Om de overdaad wat te beperken, zit er in onze diepvries een voorraad (min of meer) gezonde ijsjes. In de zomer zijn dat vaak waterijsjes met versgeperst appelsiensap of fijngemixte aardbei en kiwi. Mét streepjes uiteraard.

Afgelopen woensdagmiddag maakten we nog eens deze lekkernij. Een nicecream, zoals een gezond ijsje heet, bestaat meestal uit banaan, eventueel een zoetmaker (dadels, esdoornsiroop) en verder wat je maar wil. De bananen vries je op voorhand in (handig voor overblijvende bananen!), zodat je ijs meteen klaar is als je daar zin in hebt. Gebruik rijpe bananen (geen groen, een beetje bruin daarentegen is prima), die je in schijfjes gesneden en ingevroren hebt. Het duurt eventjes voor je gemixte banaan een roomijsachtige consistentie heeft, dus wees geduldig. Het komt goed!
Deze week maakten we chocoladeijs. Daarvoor gebruikten we enkel banaan en een beetje cacaopoeder. Na het mixen mengden we er ook nog wat chocoladestukjes onder. Gezond én lekker. Meer moet dat niet zijn.

Nicecream met chocolade


 

Nicecream met chocolade

Dit heb je nodig (voor 2 bolletjes ijs):
2 bevroren bananen
– 2 el cacaopoeder
– stukjes chocolade en schijfes banaan voor erbij

Zo maak je het:
Laat de schijfjes banaan een 10-tal minuten ontdooien op kamertemperatuur voor je begint. Mix dan de banaan met het cacaopoeder tot het een roomijsachtige consistentie krijgt. Schep je bolletjes ijs in een kommetje en versier met schijfjes banaan en chocolade. Is je ijs intussen te zacht geworden, zet het dan heel even terug in de diepvries.


 

Perencrumble in 5 minuten

Soms heb ik ’s avonds nog wel eens een “goestingske”. Dan trek ik de kasten open op zoek naar iets lekkers om dan vast te stellen dat er niks te vinden is. Zelfbescherming tijdens het winkelen…

Gelukkig zijn er wel altijd genoeg ingrediënten in huis om zelf nog iets in elkaar te flansen. De laatste tijd heb ik het nogal voor perencrumble. Soms in snelle versie, soms in trage versie.
De snelle versie wil ik graag met u delen. Gemaakt in de microgolfoven en maar een minuut of 5 werk. Als u een supersnelle perenschiller bent, misschien zelfs nóg sneller. Wie graag bakt, heeft misschien zelfs al het nodige in huis. Ik gebruikte boekweitbloem en muscovadosuiker, maar andere soorten bloem of suiker zijn ook prima. En heeft u geen peer, neem dan een appel. Of aardbeien, rabarber, rode vruchten…

20151217_155704551_iOS


Perencrumble (de snelle versie)

Nodig:
– 1 peer, geschild
– 1 kl vanillesuker
– 1 kl bloem (tarwe, boekweit, spelt…)

– 20 g gesmolten boter
– 20 g havermout
– 1 el gehakte pecannoten (of andere noten)
– 1 el bloem
– 1 el suiker (rietsuiker, bruine suiker, kristalsuiker, muscovadosuiker…)
– snufje zout

Zo maak je het:
Fruitmengsel: Snij de peer in blokjes en meng met de suiker en de bloem.
Crumble: Meng boter, havermout, noten, bloem, suiker en snufje zout.
Schep het fruit in een microgolfovenbestendig kommetje, schep er de crumble over en druk aan.
Zet ca. 2,5 minuten in de micogolfoven op de hoogste stand.

20151217_160407722_iOS


 

 

Kerstkoekjes

kerstkoekjesklaar

Het is nog lang geen kerst, dat weet ik wel. De sint is nog niet langsgeweest en zelfs de advent is nog niet begonnen. En toch. Gezien het weer de afgelopen dagen omsloeg van zwoele herfst in echte herfst, mocht het wel. Bovendien, kerst of niet, zo’n koekje gaat er altijd in.

Deze kerstkoekjes zijn één van mijn favorieten. Knapperig, maar toch ook zacht. Heerlijk zoet, maar ook wat zuur, naargelang het type confituur (o kijk, een rijmpje!). Deze keer gebruikte ik niet enkel confituur als vulling, maar ook roze mascarpone en choco.

Bovendien hoeft zo’n kerstkoekje ook niet per se een kerstkoekje te zijn. Ook als herfstkoekje, valentijnskoekje of wat-je-maar-wil-koekje is het geweldig!


Kerstkoekjes met roze mascarpone

Nodig voor ca. 12 koekjes:
– 120g bloem
– 1/4 kl zout
– 1/4 kl bakpoeder
– 50g amandelen
– 25g suiker (half kristalsuiker, half bruine suiker)
– 1 el vanillesuiker
– 115g boter
– 50g bloemsuiker + extra als versiering
– 1 ei

– 125g mascarpone
– 1 el vanillesuiker
– 1 el bessensap (ik mixte hiervoor een handjevol diepvriesframbozen fijn)
kerstkoekjes2

Zo maak je het:

Vulling:
Meng mascarpone met vanillesuiker en (gezeefd) bessensap. Zet in de koelkast tot gebruik.

Koekjes:
Meng bloem, zout en bakpoeder in een kom en zet opzij. Mix de amandelen fijn samen met de suiker.

Klop de boter met de bloemsuiker tot een zacht en romig mengsel (± 1 minuut met de mixer). Voeg het ei en de vanillesuiker toe. Voeg geleidelijk aan het amandelmengsel en de bloem toe, terwijl je blijft mixen. Je deeg wordt nu een samenhangend geheel.

Vorm het deeg tot een bal en rol uit tot een lap van 3-4 mm dik (dat gaat makkelijker tussen twee vellen plasticfolie). Plaats het deeg een uurtje in de koelkast (of even in de diepvriezer, als het snel moet gaan) tot het stevig aanvoelt.

Verwarm de oven voor op 175°.
Leg je deeg op een bebloemd werkblad en steek vormpjes uit. (Ik gebruikte per koekje twee rondjes: een volledig rondje en een rondje waar ik nog eens een hartje uitstak).
Leg je koekjes hééééél voorzichtig (zodat ze niet vervormen) op een met bakpapier beklede bakplaat. Plaats de koekjes nog even in de koelkast, dit voorkomt dat ze gaan “uitlopen” tijdens het bakken.
Bak ca. 10 minuten in de oven of tot de randjes wat beginnen kleuren (de koekjes blijven vrij bleek).

Laat even afkoelen op de bakplaat en leg de koekjes dan op een rooster om verder af te koelen.

Eens volledig afgekoeld kan je de koekjes bestrijken met de vulling. Je gebruikt ongeveer 1 koffielepel vulling per koekje. Doe de vulling op het onderste koekje (draai het om, de mooiste kant wordt de buitenkant) en duw er het bovenste koekje op. Blijf een half centimetertje van de rand, zo blijft de vulling netjes tussen de koekjes.
Bestrooi eventueel nog met wat poedersuiker.

Bewaar in een goed afsluitbaar doosje.

Variatietip: deze koekjes zijn ook lekker met bijvoorbeeld choco of confituur als vulling.

 

Gebakken peren

“Te gebruiken tot 6/11.”
De dagen waren geteld voor de verloren gewaande rol kant-en-klaar bladerdeeg in onze koelkast. Doe iets! riep een stemmetje in mijn hoofd. En snel!
Met paniekerige blik speurde ik de kasten af op zoek naar iets om het ter dood veroordeelde bladerdeeg te vergezellen in zijn laatste uren.
Mandarijn? Banaan? Appel? Peer?

“Oh ja, perenflapjes!” riep de kleine pottenkijker, en hij haalde prompt mes en kaneel boven. Op dat moment viel mijn speurende blik op een restje mascarpone. Ook ter dood veroordeeld. Mooi zo. Peer en mascarpone, moet lukken.
Gauw gingen de kleine pottenkijker en ik aan de slag. Peer en mascarpone in een flapje? Zou dat wel goedkomen? Beelden van druiperige flapjes doemden voor ons op. Papperige flapjes, dat risico wilden we niet lopen.
Tijd voor plan B.

Gebakken bladerdeegpeertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten

Klinkt goed, niet? Was het ook.
Oef! Bladerdeeg gered, mascarpone ook.

De kleine pottenkijker nam plan A voor zijn rekening en maakte eenvoudige perenflapjes in alle mogelijke flapvormen en -formaten. Plan B, dat was mijn verantwoordelijkheid. IJverig schilde ik 2 peertjes, sneed ze doormidden en pakte ze in met bladerdeeg. Dat geweldige idee vond ik overigens hier. Wees gerust, dat inpakken ziet er moeilijker uit dan het is. Eigenlijk leg je gewoon een stuk bladerdeeg over de peer en druk je alles netjes aan. Wat te veel is snij je weg en gebruik je om blaadjes uit te maken.
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en hazelnoten
De peertjes gingen de oven in en kwamen er een poosje later heerlijk zacht en met krokant bladerdeegkorstje terug uit. So far, so good.
Op dat moment steeg de spanning weer even. Ik wou namelijk dat peertje omgedraaid krijgen, zodat ik de mascarpone in z’n buikje kon scheppen. Maar die peer houdt zich natuurlijk niet netjes vast aan het bladerdeeg. Het bladerdeeg ook niet aan de peer, overigens. Ik kon natuurlijk eenvoudigweg de boel omdraaien en het peertje terug in het bladerdeeg leggen. Maar zo’n gebakken peertje, dat bleek nogal glibberig te zijn. Gelukkig diende zich toen de taartschep/bakspaan/vinger aan. Hand erop, schep eronder et voilà, een netjes gedraaide peer. Wederom oef.
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en hazelnoten
De mascarpone werd snel gemengd met een schepje vanillesuiker en met behulp van de ijsschep in de peer z’n buikje geschept.
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en hazelnoten
Zo. Klaar. Drama vermeden.


Gebakken bladerdeegpeertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten

Nodig (voor 4):
– 2 peren, geschild en in de lengte doormidden gesneden (het steeltje mag je eraan laten)
– 1 rol bladerdeeg (of 4 velletjes)
– 180g mascarpone
– 2 kl vanillesuiker
– handje hazelnoten

Zo maak je het:

Verwarm de oven voor op 180°. Spreid de hazelnoten uit op een bakplaat en zet ca. 10 min. in de oven. De noten zijn klaar als ze goudbruin zijn en de velletjes beginnen te lossen. Laat afkoelen en wrijf de velletjes los met je vingers. Hak de hazelnoten in grove stukjes.
Verhoog de oventemperatuur naar 190°.

Haal intussen het klokhuis van de peertjes weg met een koffielepeltje. Draai de peertjes met de klokhuiskant naar beneden. Snijd een stuk bladerdeeg uit dat iets groter is dan het peertje, leg erover en druk aan rond de peer. Snijd rondom het overtollige bladerdeeg weg, laat een steeltje als je dat graag wil. Van de restjes kan je blaadjes maken (je kan eenvoudigweg nerven “tekenen” met je mes). Denk eraan dat je de blaadjes omgekeerd aan de peertjes vastmaakt (de onderkant is immers de bovenkant, als je begrijpt wat ik bedoel).
Prik gaatjes in het bladerdeeg en borstel er wat melk overheen voor een mooie kleur.
Zet 20 min in de oven op 190° (hou ze in de gaten, misschien moet het in jouw oven wat langer/korter).

Maak de vanillemascarpone door 2 koffielepels vanillesuiker te mengen met de mascarpone.

Eens de peertjes klaar zijn kan je ze -voorzichtig!- omdraaien (laat even afkoelen zodat je ze kan vasthouden). Schep in elk “buikje” een bolletje mascarpone en strooi er wat van de geroosterde hazelnoten over.

Wij vinden deze peertjes het lekkerst als ze warm zijn en de mascarpone smelt op het peertje. Liever koud? Ga je gang, ook dan zijn ze geweldig!
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten