Nicecream met chocolade

Ijsjes. Mmm…

Ijsjes gaan er bij ons, en in het bijzonder bij de kleine pottenkijkers, altijd wel in. Weer of geen weer. Om de overdaad wat te beperken, zit er in onze diepvries een voorraad (min of meer) gezonde ijsjes. In de zomer zijn dat vaak waterijsjes met versgeperst appelsiensap of fijngemixte aardbei en kiwi. Mét streepjes uiteraard.

Afgelopen woensdagmiddag maakten we nog eens deze lekkernij. Een nicecream, zoals een gezond ijsje heet, bestaat meestal uit banaan, eventueel een zoetmaker (dadels, esdoornsiroop) en verder wat je maar wil. De bananen vries je op voorhand in (handig voor overblijvende bananen!), zodat je ijs meteen klaar is als je daar zin in hebt. Gebruik rijpe bananen (geen groen, een beetje bruin daarentegen is prima), die je in schijfjes gesneden en ingevroren hebt. Het duurt eventjes voor je gemixte banaan een roomijsachtige consistentie heeft, dus wees geduldig. Het komt goed!
Deze week maakten we chocoladeijs. Daarvoor gebruikten we enkel banaan en een beetje cacaopoeder. Na het mixen mengden we er ook nog wat chocoladestukjes onder. Gezond én lekker. Meer moet dat niet zijn.

Nicecream met chocolade


 

Nicecream met chocolade

Dit heb je nodig (voor 2 bolletjes ijs):
2 bevroren bananen
– 2 el cacaopoeder
– stukjes chocolade en schijfes banaan voor erbij

Zo maak je het:
Laat de schijfjes banaan een 10-tal minuten ontdooien op kamertemperatuur voor je begint. Mix dan de banaan met het cacaopoeder tot het een roomijsachtige consistentie krijgt. Schep je bolletjes ijs in een kommetje en versier met schijfjes banaan en chocolade. Is je ijs intussen te zacht geworden, zet het dan heel even terug in de diepvries.


 

Perencrumble in 5 minuten

Soms heb ik ’s avonds nog wel eens een “goestingske”. Dan trek ik de kasten open op zoek naar iets lekkers om dan vast te stellen dat er niks te vinden is. Zelfbescherming tijdens het winkelen…

Gelukkig zijn er wel altijd genoeg ingrediënten in huis om zelf nog iets in elkaar te flansen. De laatste tijd heb ik het nogal voor perencrumble. Soms in snelle versie, soms in trage versie.
De snelle versie wil ik graag met u delen. Gemaakt in de microgolfoven en maar een minuut of 5 werk. Als u een supersnelle perenschiller bent, misschien zelfs nóg sneller. Wie graag bakt, heeft misschien zelfs al het nodige in huis. Ik gebruikte boekweitbloem en muscovadosuiker, maar andere soorten bloem of suiker zijn ook prima. En heeft u geen peer, neem dan een appel. Of aardbeien, rabarber, rode vruchten…

20151217_155704551_iOS


Perencrumble (de snelle versie)

Nodig:
– 1 peer, geschild
– 1 kl vanillesuker
– 1 kl bloem (tarwe, boekweit, spelt…)

– 20 g gesmolten boter
– 20 g havermout
– 1 el gehakte pecannoten (of andere noten)
– 1 el bloem
– 1 el suiker (rietsuiker, bruine suiker, kristalsuiker, muscovadosuiker…)
– snufje zout

Zo maak je het:
Fruitmengsel: Snij de peer in blokjes en meng met de suiker en de bloem.
Crumble: Meng boter, havermout, noten, bloem, suiker en snufje zout.
Schep het fruit in een microgolfovenbestendig kommetje, schep er de crumble over en druk aan.
Zet ca. 2,5 minuten in de micogolfoven op de hoogste stand.

20151217_160407722_iOS


 

 

Kerstkoekjes

kerstkoekjesklaar

Het is nog lang geen kerst, dat weet ik wel. De sint is nog niet langsgeweest en zelfs de advent is nog niet begonnen. En toch. Gezien het weer de afgelopen dagen omsloeg van zwoele herfst in echte herfst, mocht het wel. Bovendien, kerst of niet, zo’n koekje gaat er altijd in.

Deze kerstkoekjes zijn één van mijn favorieten. Knapperig, maar toch ook zacht. Heerlijk zoet, maar ook wat zuur, naargelang het type confituur (o kijk, een rijmpje!). Deze keer gebruikte ik niet enkel confituur als vulling, maar ook roze mascarpone en choco.

Bovendien hoeft zo’n kerstkoekje ook niet per se een kerstkoekje te zijn. Ook als herfstkoekje, valentijnskoekje of wat-je-maar-wil-koekje is het geweldig!


Kerstkoekjes met roze mascarpone

Nodig voor ca. 12 koekjes:
– 120g bloem
– 1/4 kl zout
– 1/4 kl bakpoeder
– 50g amandelen
– 25g suiker (half kristalsuiker, half bruine suiker)
– 1 el vanillesuiker
– 115g boter
– 50g bloemsuiker + extra als versiering
– 1 ei

– 125g mascarpone
– 1 el vanillesuiker
– 1 el bessensap (ik mixte hiervoor een handjevol diepvriesframbozen fijn)
kerstkoekjes2

Zo maak je het:

Vulling:
Meng mascarpone met vanillesuiker en (gezeefd) bessensap. Zet in de koelkast tot gebruik.

Koekjes:
Meng bloem, zout en bakpoeder in een kom en zet opzij. Mix de amandelen fijn samen met de suiker.

Klop de boter met de bloemsuiker tot een zacht en romig mengsel (± 1 minuut met de mixer). Voeg het ei en de vanillesuiker toe. Voeg geleidelijk aan het amandelmengsel en de bloem toe, terwijl je blijft mixen. Je deeg wordt nu een samenhangend geheel.

Vorm het deeg tot een bal en rol uit tot een lap van 3-4 mm dik (dat gaat makkelijker tussen twee vellen plasticfolie). Plaats het deeg een uurtje in de koelkast (of even in de diepvriezer, als het snel moet gaan) tot het stevig aanvoelt.

Verwarm de oven voor op 175°.
Leg je deeg op een bebloemd werkblad en steek vormpjes uit. (Ik gebruikte per koekje twee rondjes: een volledig rondje en een rondje waar ik nog eens een hartje uitstak).
Leg je koekjes hééééél voorzichtig (zodat ze niet vervormen) op een met bakpapier beklede bakplaat. Plaats de koekjes nog even in de koelkast, dit voorkomt dat ze gaan “uitlopen” tijdens het bakken.
Bak ca. 10 minuten in de oven of tot de randjes wat beginnen kleuren (de koekjes blijven vrij bleek).

Laat even afkoelen op de bakplaat en leg de koekjes dan op een rooster om verder af te koelen.

Eens volledig afgekoeld kan je de koekjes bestrijken met de vulling. Je gebruikt ongeveer 1 koffielepel vulling per koekje. Doe de vulling op het onderste koekje (draai het om, de mooiste kant wordt de buitenkant) en duw er het bovenste koekje op. Blijf een half centimetertje van de rand, zo blijft de vulling netjes tussen de koekjes.
Bestrooi eventueel nog met wat poedersuiker.

Bewaar in een goed afsluitbaar doosje.

Variatietip: deze koekjes zijn ook lekker met bijvoorbeeld choco of confituur als vulling.

 

Supersnelle tortillapizzaatjes

De herfstvakantie zit er bijna op. Er werd de afgelopen dagen druk gespeeld, geknutseld en hard gewerkt. De grote kleine pottenkijker leerde fietsen zonder wieltjes, de kleinste pottenkijker leerde uit zijn park klimmen. Die eerste prestatie, daar zijn we bijzonder blij mee. Papa’s kinderfietsje doet duidelijk wonderen. Die tweede prestatie, daar waren we iets minder gelukkig mee. Al is het natuurlijk mooi gedaan van de kleinste pottenkijker, zo ongemerkt en zonder vallen z’n park uitklauteren terwijl grote broer en ik druk pizzaatjes aan het versieren zijn.

Herfstvakantie

De tortillapizaatjes zijn een overblijfsel uit het studententijdperk en intussen een groot succes bij onze 5-jarige. Supersnel, superleuk, superlekker.
Het enige wat je nodig hebt zijn tortilla’s (wij eten er elk 3 of 4), een pot tomatensaus (zelfgemaakt kan natuurlijk ook, maar dan is het een iets-minder-snelle tortillapizza) en lekkers om je pizza mee te beleggen (mozzarella, ui, champignon, paprika, ham, salami…).
Het concept is simpel: saus op de tortilla, beleggen, eventueel kruiden en de oven in.
Prima vakantieactiviteit voor kleine koks!

Tortillapizza


Snelle tortillapizzaatjes

Nodig (voor 2 grote en 2 kleine eters):
– 12 tortilla’s
– 1 pot kant-en-klare pastasaus
– 2 bolletjes mozzarella
– beleg (schijfjes courgette, ringetjes ui, plakjes champignon, kappertjes…)
– kruiden (peper, zout, oregano)

Zo maak je het:
Snijd je gekozen beleg in stukjes. Scheur de mozzarella in brokjes.
Spreid de pastasaus uit over de tortilla’s. Laat je helemaal gaan met het beleg.
Bestrooi met mozzarella en kruiden.
Bak in een zo heet mogelijk oven (in ons geval 8 minuten op 230°).

tortillapizza