“Te gebruiken tot 6/11.”
De dagen waren geteld voor de verloren gewaande rol kant-en-klaar bladerdeeg in onze koelkast. Doe iets! riep een stemmetje in mijn hoofd. En snel!
Met paniekerige blik speurde ik de kasten af op zoek naar iets om het ter dood veroordeelde bladerdeeg te vergezellen in zijn laatste uren.
Mandarijn? Banaan? Appel? Peer?
“Oh ja, perenflapjes!” riep de kleine pottenkijker, en hij haalde prompt mes en kaneel boven. Op dat moment viel mijn speurende blik op een restje mascarpone. Ook ter dood veroordeeld. Mooi zo. Peer en mascarpone, moet lukken.
Gauw gingen de kleine pottenkijker en ik aan de slag. Peer en mascarpone in een flapje? Zou dat wel goedkomen? Beelden van druiperige flapjes doemden voor ons op. Papperige flapjes, dat risico wilden we niet lopen.
Tijd voor plan B.
Gebakken bladerdeegpeertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten
Klinkt goed, niet? Was het ook.
Oef! Bladerdeeg gered, mascarpone ook.
De kleine pottenkijker nam plan A voor zijn rekening en maakte eenvoudige perenflapjes in alle mogelijke flapvormen en -formaten. Plan B, dat was mijn verantwoordelijkheid. IJverig schilde ik 2 peertjes, sneed ze doormidden en pakte ze in met bladerdeeg. Dat geweldige idee vond ik overigens hier. Wees gerust, dat inpakken ziet er moeilijker uit dan het is. Eigenlijk leg je gewoon een stuk bladerdeeg over de peer en druk je alles netjes aan. Wat te veel is snij je weg en gebruik je om blaadjes uit te maken.
De peertjes gingen de oven in en kwamen er een poosje later heerlijk zacht en met krokant bladerdeegkorstje terug uit. So far, so good.
Op dat moment steeg de spanning weer even. Ik wou namelijk dat peertje omgedraaid krijgen, zodat ik de mascarpone in z’n buikje kon scheppen. Maar die peer houdt zich natuurlijk niet netjes vast aan het bladerdeeg. Het bladerdeeg ook niet aan de peer, overigens. Ik kon natuurlijk eenvoudigweg de boel omdraaien en het peertje terug in het bladerdeeg leggen. Maar zo’n gebakken peertje, dat bleek nogal glibberig te zijn. Gelukkig diende zich toen de taartschep/bakspaan/vinger aan. Hand erop, schep eronder et voilà, een netjes gedraaide peer. Wederom oef.
De mascarpone werd snel gemengd met een schepje vanillesuiker en met behulp van de ijsschep in de peer z’n buikje geschept.
Zo. Klaar. Drama vermeden.
Gebakken bladerdeegpeertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten
Nodig (voor 4):
– 2 peren, geschild en in de lengte doormidden gesneden (het steeltje mag je eraan laten)
– 1 rol bladerdeeg (of 4 velletjes)
– 180g mascarpone
– 2 kl vanillesuiker
– handje hazelnoten
Zo maak je het:
Verwarm de oven voor op 180°. Spreid de hazelnoten uit op een bakplaat en zet ca. 10 min. in de oven. De noten zijn klaar als ze goudbruin zijn en de velletjes beginnen te lossen. Laat afkoelen en wrijf de velletjes los met je vingers. Hak de hazelnoten in grove stukjes.
Verhoog de oventemperatuur naar 190°.
Haal intussen het klokhuis van de peertjes weg met een koffielepeltje. Draai de peertjes met de klokhuiskant naar beneden. Snijd een stuk bladerdeeg uit dat iets groter is dan het peertje, leg erover en druk aan rond de peer. Snijd rondom het overtollige bladerdeeg weg, laat een steeltje als je dat graag wil. Van de restjes kan je blaadjes maken (je kan eenvoudigweg nerven “tekenen” met je mes). Denk eraan dat je de blaadjes omgekeerd aan de peertjes vastmaakt (de onderkant is immers de bovenkant, als je begrijpt wat ik bedoel).
Prik gaatjes in het bladerdeeg en borstel er wat melk overheen voor een mooie kleur.
Zet 20 min in de oven op 190° (hou ze in de gaten, misschien moet het in jouw oven wat langer/korter).
Maak de vanillemascarpone door 2 koffielepels vanillesuiker te mengen met de mascarpone.
Eens de peertjes klaar zijn kan je ze -voorzichtig!- omdraaien (laat even afkoelen zodat je ze kan vasthouden). Schep in elk “buikje” een bolletje mascarpone en strooi er wat van de geroosterde hazelnoten over.
Wij vinden deze peertjes het lekkerst als ze warm zijn en de mascarpone smelt op het peertje. Liever koud? Ga je gang, ook dan zijn ze geweldig!