Warme winterdrank

Hoor de wind waait door de bomen…
Heeft u het ook zo koud? Dan heeft u, net als ik, misschien behoefte aan een opwarmertje. Op koude (bijna) winterdagen zoals vandaag kan ik wel een warm drankje gebruiken. Uiteraard kan ik een kop thee zetten. Of een cappuccino maken met héél veel melkschuim. (Zei ik al dat ik gek ben op melkschuim?) Of warme chocolademelk, altijd goed.

Phototastic-5_12_2015_d483da1d-8f00-441d-a0a4-00a260e702cc
Deze keer echter geen koffie of thee als opwarmer, wel warm sinaasappelsap met honing. Misschien doet warm sinaasappelsap u denken aan oververhitte brikjes op een veel te warme zomerdag. Of erger nog: kleverige, mierzoete, gesmolten waterijsjes.  Verban die gedachte dan maar meteen uit je hoofd en geef het een kans. Want dit winterdrankje is écht lekker. Je hebt er bovendien niet veel voor nodig. Sinaasappelsap (al dan niet vers), water en honing, meer niet. Met een beetje geluk heb je dat gewoon al in huis! In dat geval, begin er maar aan. Je zal er geen spijt van hebben!


Warme winterdrank met sinaasappel en honing

Nodig (voor 1 drankje):
– 1 dl sinaasappel (versgeperst of kant-en-klaar)
– 1 – 1,5 dl water
– 1 kl honing

Zo maak je het:
Zet de waterkoker op.
Pers eventueel je sinaasappel en giet het sap in een grote tas. Ik vind sinaasappelsap met velletjes lekker, maar als jij daar niet van houdt, zeef dan het sap.

Vul je tas verder aan met heet water.
Roer er een lepeltje honing door.

Neem een warm dekentje, ga in de zetel zitten en geniet…

Phototastic-5_12_2015_70ebc632-9391-42c8-9b6c-2ccfa8aa75f4


 

Gebakken peren

“Te gebruiken tot 6/11.”
De dagen waren geteld voor de verloren gewaande rol kant-en-klaar bladerdeeg in onze koelkast. Doe iets! riep een stemmetje in mijn hoofd. En snel!
Met paniekerige blik speurde ik de kasten af op zoek naar iets om het ter dood veroordeelde bladerdeeg te vergezellen in zijn laatste uren.
Mandarijn? Banaan? Appel? Peer?

“Oh ja, perenflapjes!” riep de kleine pottenkijker, en hij haalde prompt mes en kaneel boven. Op dat moment viel mijn speurende blik op een restje mascarpone. Ook ter dood veroordeeld. Mooi zo. Peer en mascarpone, moet lukken.
Gauw gingen de kleine pottenkijker en ik aan de slag. Peer en mascarpone in een flapje? Zou dat wel goedkomen? Beelden van druiperige flapjes doemden voor ons op. Papperige flapjes, dat risico wilden we niet lopen.
Tijd voor plan B.

Gebakken bladerdeegpeertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten

Klinkt goed, niet? Was het ook.
Oef! Bladerdeeg gered, mascarpone ook.

De kleine pottenkijker nam plan A voor zijn rekening en maakte eenvoudige perenflapjes in alle mogelijke flapvormen en -formaten. Plan B, dat was mijn verantwoordelijkheid. IJverig schilde ik 2 peertjes, sneed ze doormidden en pakte ze in met bladerdeeg. Dat geweldige idee vond ik overigens hier. Wees gerust, dat inpakken ziet er moeilijker uit dan het is. Eigenlijk leg je gewoon een stuk bladerdeeg over de peer en druk je alles netjes aan. Wat te veel is snij je weg en gebruik je om blaadjes uit te maken.
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en hazelnoten
De peertjes gingen de oven in en kwamen er een poosje later heerlijk zacht en met krokant bladerdeegkorstje terug uit. So far, so good.
Op dat moment steeg de spanning weer even. Ik wou namelijk dat peertje omgedraaid krijgen, zodat ik de mascarpone in z’n buikje kon scheppen. Maar die peer houdt zich natuurlijk niet netjes vast aan het bladerdeeg. Het bladerdeeg ook niet aan de peer, overigens. Ik kon natuurlijk eenvoudigweg de boel omdraaien en het peertje terug in het bladerdeeg leggen. Maar zo’n gebakken peertje, dat bleek nogal glibberig te zijn. Gelukkig diende zich toen de taartschep/bakspaan/vinger aan. Hand erop, schep eronder et voilà, een netjes gedraaide peer. Wederom oef.
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en hazelnoten
De mascarpone werd snel gemengd met een schepje vanillesuiker en met behulp van de ijsschep in de peer z’n buikje geschept.
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en hazelnoten
Zo. Klaar. Drama vermeden.


Gebakken bladerdeegpeertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten

Nodig (voor 4):
– 2 peren, geschild en in de lengte doormidden gesneden (het steeltje mag je eraan laten)
– 1 rol bladerdeeg (of 4 velletjes)
– 180g mascarpone
– 2 kl vanillesuiker
– handje hazelnoten

Zo maak je het:

Verwarm de oven voor op 180°. Spreid de hazelnoten uit op een bakplaat en zet ca. 10 min. in de oven. De noten zijn klaar als ze goudbruin zijn en de velletjes beginnen te lossen. Laat afkoelen en wrijf de velletjes los met je vingers. Hak de hazelnoten in grove stukjes.
Verhoog de oventemperatuur naar 190°.

Haal intussen het klokhuis van de peertjes weg met een koffielepeltje. Draai de peertjes met de klokhuiskant naar beneden. Snijd een stuk bladerdeeg uit dat iets groter is dan het peertje, leg erover en druk aan rond de peer. Snijd rondom het overtollige bladerdeeg weg, laat een steeltje als je dat graag wil. Van de restjes kan je blaadjes maken (je kan eenvoudigweg nerven “tekenen” met je mes). Denk eraan dat je de blaadjes omgekeerd aan de peertjes vastmaakt (de onderkant is immers de bovenkant, als je begrijpt wat ik bedoel).
Prik gaatjes in het bladerdeeg en borstel er wat melk overheen voor een mooie kleur.
Zet 20 min in de oven op 190° (hou ze in de gaten, misschien moet het in jouw oven wat langer/korter).

Maak de vanillemascarpone door 2 koffielepels vanillesuiker te mengen met de mascarpone.

Eens de peertjes klaar zijn kan je ze -voorzichtig!- omdraaien (laat even afkoelen zodat je ze kan vasthouden). Schep in elk “buikje” een bolletje mascarpone en strooi er wat van de geroosterde hazelnoten over.

Wij vinden deze peertjes het lekkerst als ze warm zijn en de mascarpone smelt op het peertje. Liever koud? Ga je gang, ook dan zijn ze geweldig!
Gebakken peertjes met vanillemascarpone en geroosterde hazelnoten



Herfst!

De herfst is nu echt wel in het land. Geen ontkomen meer aan. Het groen in onze tuin is haast onmerkbaar getransformeerd in prachtig geel, rood en roestbruin. Ons konijn huppelt niet langer door een frisgroen grastapijt, maar door een kleurrijk bladerdek (Ik ben trouwens tegen het opruimen van afgevallen blaadjes. Te mooi. En misschien te lui, dat ook…). Die overgangsfase tussen zomer en herfst, ik kan daar niet goed tegen. Van september tot oktober zit ik in de ontkenningsfase. Néén, het is niet voorbij, die mooie zomer! Eens de herfst zich weer van zijn mooiste kant laat zien en alles kleurt in de mooiste kleuren, word ik weer blij. Dan kijk ik uit naar gezellige avonden met warme chocolademelk en een boek. Of blaadjes rondschoppen in het bos. Of kastanjes rapen. Of een grote pot soep op het vuur. Ja, eens de herfst er écht is, is alles weer goed.

Herfstvoeten Samen met die herfst is ook de herfstvakantie in huis gekomen. Ook ik heb wat vrijaf, dus het wordt een relaxte herfstweek. Er staat veel gespeel en geknutsel op de planning, maar uiteraard ook veel gekook.

Op zondagavond werd er naar goede gewoonte terug een weekmenu opgesteld. De koelkastrestjes werden opgelijst, samen met de inhoud van ons groentenpakket deze week. Ons herfstvakantiemenu, dat ziet er zo uit:

Weekmenu week 45 | PottenkijkersZoals je kon lezen op ons vorige weekmenu, maakten wij afgelopen weekend pompoenfrietjes. Pompoenfrietjes worden hier nogal vlotjes opgesmikkeld. Zeker als ze in een frietzakje zitten. Ze zijn dan ook echt lekker. En makkelijk om te maken bovendien. Pompoenfrietjes kan je kruiden met wat je maar wil. Hier werd het een combinatie van look en kaneel. Dat lees je goed, ja. Look én kaneel. Samen. Dat is een verrassend goede combinatie, weet je. Probeer het zelf maar. Toe maar. Je durft het wel!

Pompoenfrietjes | Pottenkijkersblog


Pompoenfrietjes uit de oven

Nodig:
– 700g pompoen, geschild en ontpit (ca. 1 kg ongeschild)
– 1 el olijfolie
– 1,5 kl kruiden (1/2 lookpoeder, 1/2 zout, 1/2 kaneel)

Zo maak je het:
Verwarm de oven voor op 180°C.
Snijd de pompoen in dunne frietjes.
Meng olijfolie en kruiden in een grote kom en voeg de frietjes toe.
Schep alles goed door elkaar zodat elk frietje bedekt is met de kruidenolie.
Spreid de frietjes uit op een bakplaat met bakpapier, let erop dat ze niet op elkaar liggen.
Bak ze 10 à 15 min. op 180° (tot ze zacht zijn, prik er even in met een mes of vork om te voelen). Verhoog daarna de temperatuur tot 210° (grill) en laat nog zo’n 5 minuten bakken tot de frietjes krokant worden.Pompoenfrietjes | Pottenkijkersblog